Schoft
Is Mark Rutte een schoft?
Sinds enige tijd loop ik tegen die vraag aan te hikken. U weet het relletje nog, misschien, tussen alle relletjes die ons inmiddels sindsdien zijn overkomen? Rutte schreef: ‘Ik ben zeer bezorgd over het aanhoudende geweld in Israël en Gaza. Het is onacceptabel dat Hamas willekeurig raketten op de burgerbevolking afvuurt. Nederland steunt het recht van Israël op zelfverdediging, binnen de grenzen van het internationaal recht en proportionaliteit.’
Die mededeling van Rutte schoot mijn goede collega Ramsey Nasr zodanig in het verkeerde keelgat dat hij terugtwitterde: ‘Even een berichtje om te zeggen dat je een schoft bent. Vrienden met Israël zijn is je goed recht. Etnische zuiveringen bagatelliseren is dat niet.’
De Telegraaf zorgde, hulpvaardig als altijd, met een vette kop voor wat extra olie op het vuur.
Ik loop met dat ‘schoft’ te hikken omdat mijn blog dezer dagen een comeback gaat maken op mijn site die een comeback gaat maken vanwege technisch moedwil en misverstanden vanwege een faillissement vanwege… nou ja vanwege het leven dat het overnam terwijl we andere plannen maakten.
Wat Rutte daar deed was de president van de VS napraten, en dat is begrijpelijk in de wereldwijde opluchting na Trump, maar onfatsoenlijk bleef het. Verwerpelijk was het ook, zoals Sylvana Simons het noemde. En dit is een vrij land natuurlijk, waarin je anderen schoften mag vinden zolang je er maar niet aan toevoegt dat ze moeten worden opgeknoopt.
Maar zou ik het doen? In antwoord op die vraag tijdens het hikken hoorde ik allereerst mijn vader en moeder: ‘Schelden maakt je argumentatie niet sterker, jongen, integendeel.’ Vervolgens hoorde ik mijn schoonvader aan Rutte vragen: ‘Is het waar, wat ze over je zeggen? Nou dan.’
Schelden doet geen zeer. Sticks and stones.
Aan de andere kant hebben M. en ik thuis inmiddels ingesteld dat we maximaal eenmaal per journaal en/of persconferentie mogen schelden richting het beeldscherm. Want hoe netjes je ook bent opgevoed het is nooit te laat om de opluchtende waarde van een welgemeend ‘schoft’ te ervaren.
Ik vroeg mij af: wat heeft Nasr bereikt met zijn schoft, behalve opluchting misschien en ophef? Met meteen daar achteraan de vraag aan mijzelf: moet ik dan iets willen bereiken met mijn blog?
‘Wat dan bijvoorbeeld?’ vroeg E.D. ‘Debat?’
Nah. Tussen oneliners heb ik te weinig denkruimte.
‘De waarheid?’
Nah. Mensen die de waarheid denken te hebben zijn de gevaarlijkste.
‘Overtuigen?’
Ik wil wel overtuigend zijn, maar overtuigen? Liever niet. Ik wil dialoog, ik wil beweging, ik wil een open hand, geen kaakslag. Ik wil uitnodigen, een kopje thee drinken, luisteren en overdenken, aanhikken tegen mezelf.
Een schoft is als een raket afschieten vanuit een loopgraaf. Het brengt niets dichterbij.
Dat allemaal gehikt en gezegd hebbend was ik ook jaloers op Nasr.
Om zijn boosheid en zijn schijt aan alles en iedereen.
En om zijn grandioze viering van het recht op zelfverdediging.