Willem Asman kubus boek Paradox

Simon zonder zonder

Boeken

Verhaal

Als professor integriteit aan Princeton neemt de Nederlander Simon Kelvin anderen de maat. Zonder aanziens des persoons bestrijdt hij de wandaden van de machtigen der aarde. Zijn boeken zijn wereldwijde bestsellers, hij noemt namen en rugnummers, in talkshows is hij een graag geziene gast.

Met zijn onfeilbare morele kompas waant Simon zich onkwetsbaar. Tot in Nederland een familielid overlijdt en hij als laatste nog levende Kelvin een erfenis krijgt die hij heeft gezworen te zullen weigeren.

Voor het eerst in decennia keert hij terug naar Nederland om de voetsporen van zijn negenjarige ik te volgen. Zal het de volwassen Simon lukken af te rekenen met de monsters uit zijn jeugd? Wat resteert, als hij gedwongen wordt in de spiegel te kijken?

Terugkijkend naar het Nederland van de jaren zestig, weet Asman op verfrissende wijze actuele maatschappelijke thema’s als polarisatie en white privilege te integreren in een ontroerende, overtuigende, klassieke coming of age roman. Als in Asmans beste thrillers geeft zijn vernuftige en filmische stijl het verhaal zoveel vaart dat je het in een adem wilt uitlezen.

Waar het begint

Simon zonder zonder begint na mijn worsteling met Rebound 4, het boek dat tweemaal aangekondigd en herschreven, maar nog altijd niet goed genoeg is. Want Rebound 4 mocht niet meer van hetzelfde zijn – welbeschouwd een paradoxale opdracht bij het schrijven van een vervolgboek. ‘You’ve been here before,’ zegt mijn M. ‘And you know the way out.’ Wanda Gloude, mijn uitgever, is het met haar eens: ‘Niet te lang over nadenken, Willem, gewoon weer met plezier gaan schrijven.’

Die gedenkwaardige zomer van 2021 barst er iets in mij los, dat ik het beste kan vergelijken met de wonderlijke bevrijding die ik voelde tijdens het schrijven van de eerste hoofdstukken van De Cassandra Paradox. Het gevoel dat je alles al snapt, en dat alles nog kan. De onbevangenheid en onbegrensdheid van een kind.

Een kinderstem
Het plan om ooit nog eens een kinderstem te proberen en te zien waar die me brengt, heb ik sinds ik Spies las, een roman van Michael Frayn waar mijn vader twintig jaar geleden tegenaan liep in een boekwinkel in Londen. Frayn is een beroemd essayist en toneelschrijver, maar zijn romans zijn bij mijn weten nooit vertaald.
In Spies blikt een oudere man terug op zijn jeugd, op vriendschap en eerste liefde, geheimen en verraad, op een fataal misverstand. Geen thriller in de klassieke zin, een mysterie eerder, een avontuur en toch zindert het van spanning, omdat het de lezer in de rol van de toeschouwer-die-meer-weet plaatst. Als volwassene wil je het kind behoeden, pas op achter je! roepen, waardoor je het zijn onschuld ontneemt.

Daar gaat hij
Al in het eerste hoofdstuk zie ik de kleine Simon voor me. Het is 1968, hij is negen jaar oud. Hij loopt ‘onder het poortje door’, zoals het tunneltje onder de weg door, aan het eind van de straat waar hij is geboren, wordt genoemd.
Vanaf die eerste stappen razen mijn vingers tapperdetap over het toetsenbord, alsof de kleine Simon al jaren in de coulissen staat te popelen om me te bespringen en bij de lurven te grijpen.
Op 12 augustus, op de kop af drie maanden nadat ik het idee van de kinderstem voor het eerst met mijn uitgever bespreek, is de eerste volledige versie van het manuscript klaar. Traditiegetrouw ben ik nog niet tevreden over de opening en het slot. Maar ik ben opgelucht dat ik het spoor terug heb weten te vinden; beduusd en trots dat een kinderstem me is gelukt.

Jeugdsentiment?
Ik vertel u niets nieuws: in mijn werk ga ik op zoek naar de rafelrand, daar waar creatie begint, zoals David Bowie zei, op de grens waar het nog net comfortabel is. Niets mis met nostalgie – weet je nog, in 1968, we hadden nog een telefoon die rinkelde, een postbode die aanbelde als er een brief voor ons was, de kolenboer kwam aan de deur, net als de man van de SRV?
Maar het mag niet eindigen met jeugdsentiment.

De wijsheid in pacht
De kwestie wordt dringender als ik de volwassen Simon ontmoet, vierenvijftig jaar later. Hij is professor aan het prestigieuze Princeton, hij heeft de wijsheid in pacht, is overtuigd van zichzelf en zijn eigen gelijk, een man die het zeer met zichzelf heeft getroffen. Met een mening over alles en iedereen, over Trump, Poetin, Loekasjenko, de Clintons, voor de duvel niet bang – kortom een graag geziene gast in talkshows wereldwijd.
Wat vindt deze superster van Nederland, het land waar hij geboren is, als hij er na al die jaren noodgedwongen weer landt? Wat vindt hij van woke, van de cancelcultuur, van #metoo en grensoverschrijdend gedrag, van Black Lives Matter, de blokkeerfriezen en Kick Out Zwart Piet, van het debat met doodsbedreigingen over en weer?
Noblesse oblige móét hij er iets van vinden, maar mág hij er wel iets van vinden? Hij, zevenvinkjesman?
In elk geval, laten we het hopen, is het niet nóg een luide mening, niet nóg een opgestoken middelvinger naar andersdenkenden.

De eerste reacties
‘Prikkelend, geloofwaardig, verrassend, subliem,’ juicht mijn uitgever, als ze het eerste manuscript heeft gelezen. ‘Doet me denken aan Herman Koch!’

Maar mijn M. houdt het op Buwalda’s Bonita Avenue – en dat bedoelt ze niet als compliment.
M. is behalve mijn muze een Eerste Lezer die je elke schrijver wenst: als je ego te groot is om de waarheid te horen, zegt ze het nog een keer. Halverwege het manuscript schrijft ze met rood in de kantlijn: ‘Ik wil NIET dat het deze kant op gaat!’ (Antonia, Simons fictieve geliefde, zegt het haar woordelijk na in de volgende herschrijfronde.) En ik? Ik wil het ook niet, maar het moet.

Het moet, we moeten
Het moet, want de tijdgeest schreeuwt erom, vindt Adriaan van Dis. We moeten op zoek naar het ongemak, zegt hij, in de Volkskrant van 12 mei 2022, onder de kop “De cancelcultuur brengt ons nergens”. ‘Durven we de uitdaging aan ons te verplaatsen in ongemakkelijke ervaringen? Begrip krijgen voor het slachtoffer, maar ook voor de schoft?’
Net als creatie begint ook heling blijkbaar op de grens van comfortabel.

Op zoek naar de ingewikkelde verhalen
Op 7 mei 2022 schrijft Maxim Februari in de NRC over Johan Derksen, die in Vandaag Inside zijn eigen onbehouwen gedrag van vijftig jaar geleden ter sprake bracht. Met zijn: ‘Als ik eraan terugdenk! Je schaamt je kapot,’ startte Derksen een landelijke rel die leidde tot een boycot en een ontslag (of toch niet), een excuus (of toch niet), en uiteindelijk tot hogere kijkcijfers en verder tot niets.
‘Een gemiste kans,’ schrijft Februari. ‘Het had het begin kunnen zijn van een leerzaam gesprek.’ Want: ‘Je kunt pas leren wat wel en niet acceptabel is als je elkaar ook de andere verhalen vertelt, en de ingewikkelde, waarin niet helemaal duidelijk is waar de grens loopt en wie die nou precies vanaf welke kant overschrijdt.’

In één zin
Dus waar gaat Simon zonder zonder over, in één zin? Over ongemak, over grenzen? Over zaken die je niet wílt horen maar móét horen? Jazeker, maar ook over vriendschap en eerste liefde, over geheimen en verraad, over een fataal misverstand. Over mij en over ons. Over nu en over 1968, toen Nederland alles nog snapte en alles nog kon.
Dat is het allemaal en ook allemaal niet helemaal.
Wat loopt Simon tegemoet? Wat zou hij zien als hij wel om zou kijken? Of, beter nog, in de spiegel?

Onder het poortje door
Daar gaat hij, hij is pas negen en toch al zo groot. Zijn moeder kijkt hem na, de volwassen Simon kijkt over haar schouder mee (en ik over de zijne). Ze maakt zich zorgen, want Simon denkt dat hij alles al snapt en alles al kan, terwijl zij bijna zeker weet van niet.

(WA, juni 2022)

In de pers

‘Heen en weer schietend door de tijd volgen we Simon langs de valkuilen van het moderne leven. Goed boek.’ – Robert Vuijsje

‘Dit is een dapper boek, op de huid van de tijd geschreven.’ – Tessa Leeuwsha

‘Waar en wanneer verlies je de onschuld? Met de nietsontziendheid van Herman Koch legt Willem Asman de vinger op dat pijnpunt – van woke naar wijs. Een roman over de alledaagse misdaad die leven heet.’ – Gert Jan de Vries

‘Wat een knap boek! Simon vertelt zijn hele leven en als zijn jeugd samenvalt met het nu wordt alles duidelijk. Maar ook beter.’ – Hans Loeve, boekhandel Riemer, Amersfoort

‘Goed boek. De kleine Simon is een held.’ – Charles den Tex

Simon zonder zonder is voor Asman ongetwijfeld een bijzonder boek. Een persoonlijk boek, is mijn gevoel. Als je ervoor kiest om deels vanuit een negenjarig jongentje te schrijven, moet je daar een goede reden voor hebben. Prachtuitgangspunt natuurlijk, een top-integere man laten peinzen over zijn eigen integriteit. Prachtuitgangspunten zijn sowieso een grote kracht van de Asmans die ik las.' – Remko Meddeler

Simon zonder zonder is een prachtige roman. Hij schreef al eerder sterke boeken, maar dan noemden we ze thrillers. Dus verbaasd kan niemand zijn en toch ook weer wel. Er zit volgens mij nog veel meer in dit zojuist ontsloten universum.’ - Pieters Swinkels

‘Wow. Prachtig knap boek. Schitterend einde.’ – Tsead Bruinja, voormalig Dichter des Vaderlands

‘Wat een prachtig boek is Simon zonder zonder. Vanaf de sterke opening zit je als lezer de 9-jarige Simon zo dicht op de huid, dat je hem bijna zelf bent. Ik ben echt getroffen door de toon van zijn verhaal. Het is een krachtige roman. Het boek is natuurlijk spannend omdat je als lezer wilt weten wat er in het verleden precies is misgegaan, maar vooral door de ingenieuze vervlechting van de verhalen in het heden van de 63-jarige Simon en de tijd van zijn 9-jarige ik. Daardoor gaat het uiteindelijk niet alleen om wat er toen precies gebeurde, maar vooral om alles eromheen: hoe Simon zich dingen herinnert, welke aspecten hij verdrongen had, de betekenis die hij en anderen uit zijn omgeving destijds en nu als terugblik geven aan de verschillende handelingen en gebeurtenissen. En dat alles tegen de achtergrond van actuele thema's. Petje af!’ – Wilma Degeling, auteur

‘Ook in deze klassieke ‘coming of age’ roman weet Asman de spanningsboog loeistrak te houden.’ - Zin Magazine

‘Vakkundig… haarfijn… overtuigend en aantrekkelijk… niet te negeren… emotioneel geladen… sterk staaltje psychologische uitwerking… een krachtige, emotioneel geladen debuutroman.' – Guy Doms, hebban.nl

‘Als de onkreukbare niet onkreukbaar is.’ – Wim Krings, de Limburger

‘Asman heeft een heldere, dwingende stijl. Er zit veel vaart in zijn romandebuut. Aanrader!’ - Texel Dit Weekend, Henk Cornelisse

‘Ik vond de kleine Simon kwetsbaar en ik kon zien hoe hij Willem Asman bij de hand had genomen en hem had meegetrokken, zijn verhaal in. Dat is iets magisch, als dat je als schrijver overkomt, maar ook als lezer, om zo meegenomen te worden.’ - Floor Gerritsma, auteur

‘Asman (ook 1959, net als zijn hoofdpersoon) schreef eerder zeven thrillers waarvan vooral de REBOUND-trilogie veel indruk maakte – voor het eerste deel, Enter, ontving hij in 2018 de Gouden Strop. Simon zonder zonder is een roman die door de constructie ook een sterk coming-of-age karakter heeft. Simon Kelvin ontdekt dat de feitelijke realiteit toch verschilt van zijn eigen herinneringen en autobiografisch verleden en dat brengt hem aan het twijfelen, het brengt hem van zijn stuk. Daar zit ook de rode draad: we denken onszelf te kennen maar realiseren ons niet dat ons eigen verleden ook gereconstrueerd is. Sommige beslissingen en zaken wil je achteraf niet mee worden geconfronteerd of zou je willen herroepen. Maar dat werkt niet. Vooral de ontmoeting tussen Kelvin en zijn eerste grote liefde geeft Asman de kans om ook de verschillen in tijdsbeeld aan de orde te stellen. Iedereen blijkt toch een kind van zijn eigen tijd, hoe hard ook wordt geprobeerd dat te ontkennen of om te buigen. “Een overtuigend debuut als romanschrijver”, merkt de uitgever op. Maar van zijn kwaliteiten waren de lezers van zijn thrillers al eerder overtuigd.’ – Jos van Cann, boekhandelkrings.nl

‘Het is een dapper soort tussengenre dat Asman heeft weten te vinden, een thriller zonder moord en doodslag of een Bildungsroman met cliffhangers, zoiets. Als jongetje van dezelfde generatie herkende ik veel.’ – Gert-Jan de Vries

‘In deze ontroerende roman weet Willem Asman zeer overtuigend een kind van negen en de wereld waarin hij leeft neer te zetten – doorgaans niet heel makkelijk, clichés liggen al snel op de loer. Het verhaal zet aan om als lezer bij jezelf te rade te gaan: hebben mijn kleine of grote daden een ander ooit geschaad? Wist ik altijd wat ik deed, kon ik altijd de gevolgen van mijn gedrag overzien? Zei ik wel eens ja als het nee was, en andersom? Kortom, een geweldige roman waar je na lezing nog niet mee klaar bent.’ – Remco Volkers, auteur en literair agent